- total
- adj. totaal, absoluut--------n. totaal; gezamenlijk bedrag--------v. optellen; een totaal vormen vantotal1[ tootl] 〈zelfstandig naamwoord〉1 totaal♦voorbeelden:1 the total of human experience • het geheel van de menselijke ervaring————————total2〈bijvoeglijk naamwoord〉1 totaal ⇒ geheel, volledig♦voorbeelden:1 total abstainer • geheelonthoudera total eclipse of the sun • een totale zonsverduisteringin total ignorance • in absolute onwetendheidtotal loss • volledig/definitief verlies; 〈verzekeringswezen〉total loss〈psychologie〉 total recall • absoluut geheugensum total • totaalbedrag————————total3〈totalled〉I 〈onovergankelijk werkwoord〉1 〈+(up) to〉oplopen (tot)II 〈overgankelijk werkwoord〉1 bedragen ⇒ tot een bedrag komen van, oplopen tot2 〈ook +up〉het totaal vaststellen van3 〈voornamelijk Amerikaans-Engels; informeel〉total loss rijden
English-Dutch dictionary. 2013.